lopend

{{lopend}}{{/term}}

1 [die, dat loopt] 〈te voet gaand〉 à pied; 〈hardlopend〉 courant; 〈m.b.t. te voet beoefende (beroeps)activiteit〉 ambulant

2 [zich voortbewegend] mobile

3 [voortgang hebbend] courant

♦voorbeelden:

1   lopende bandwerk • travail à la chaîne

     een lopende patiënt • un malade ambulant

     lopend naar het werk gaan • se rendre à son travail à pied

2   een zeer nauwkeurig lopend uurwerk • une horloge de précision

3   het lopende jaar • l'année en cours

     een lopende rekening • un compte courant

     de lopende zaken afhandelen • expédier les affaires courantes

     gesmeerd lopend • huilé

     op zijn einde lopend • agonisant

     ten einde lopend • finissant

→ {{link=band}}band{{/link}}

¶   een lopend buffet • un buffet

     〈Algemeen Zuid-Nederlands〉 lopende meter • mètre courant

     een lopend oor • une oreille qui coule

     〈Algemeen Zuid-Nederlands〉 lopend water • eau courante

Deens-Russisch woordenboek. 2015.